
* SAHAR´S SPOT *
Burgerlijke Cultuur - Nederland
→In de 17e eeuw in Nederland
Burgerlijke Cultuur
→ Burgerij= een cultuur waarin de burgerij erg bepalend is, wordt namelijk de belangrijkste opdrachtgever voor de kunst.
→ Groei van handel + Enorm welvaart en groei in deze periode= De Gouden Eeuw.
→ Amsterdam= het centrum van de wereldhandel.
→ Het Calvinistische geloof was daarin te herkennen: kunst was vaak bedoeld zowel ter lering als ter vermaak (moralisme).
→ De Nederlandse schilderkunst uit de Gouden Eeuw wordt gekenmerkt door een selectief realisme.
→ Belangrijke kunstenaars: Rembrandt, Vermeer, Van Campen (Stadhuis op de Dam, Mauritshuis, Schouwburg van Van Campen in Amsterdam), Hooft (Muiderkring).
Kernpunten
→Amsterdam - Nederland als centrum van de wereldhandel:
→ Handelsgeest
→ Republiek der zeven verenigde provinciën
→ Calvinisme (godsdienstige
tolerantie)
→ Kunst = ter lering en vermaak
→ Rederijkerskamers
→ Kunstenaars zijn ambachtslieden (verenigd in gilden) en geleerden tegelijk → Handelsreizen, ontdekkingsreizen, koloniën (VOC)
→ Moralisme, Symboliek (Emblemata)
Open Gallery voor uitleg per schelderij
FUNCTIES VAN KUNST:
Levensbeschouwelijk: Visies op geschiedenis worden verbonden aan religieuze en wereldlijke opvattingen.
Esthetica: 'schoonheid' is gericht op de schoonheid van de zichtbare wereld, observeren speelt een belangrijke rol. In de visie op kunst speelt het Protestantse geloof een grote rol. Binnen de regels kon een kunstenaar origineel zijn. De natuur was vaak onderwerp van de kunst en verwees naar de zichtbare natuur en indirect naar de goddelijkheid van de natuur.
Opdrachtgevers: rijke burgers, adel, staat.
Opleiding: enerzijds in gilden (atelierpraktijken leren bij een meester), anderzijds via klassiekeopleiding; reizen naar Rome en daar de klassieken bestuderen. De samenleving is georganiseerd rondom de provinciën. Er wordt gestreefd naar vrije wereldhandel en er is dus een vrije markteconomie waarin vraag en aanbod op elkaar afgestemd worden.
Vermaak: Kunst is vooral ter lering en vermaak, niet alleen ter vermaak dus. Vermaak heeft een positief effect op mensen (medicijn).Kluchten van bijv. Bredero zijn hiervan een goed voorbeeld. Moralisme.
Wetenschap: Empirisch onderzoek wordt belangrijk, veel nieuwe wetenschappelijke vindingen komen uit Nederland in deze tijd: optica, cartografie.
Intercultureel: Handelsreizen, ontdekkingsreizen. Er ontstaat een wisselwerking tussen het Chinees porselein en het Delfts aardewerk.
Binnen De Burgerlijke Cultuur:
Muziek: eenstemmige muziek - orgelmuziek - concerten - liedboeken.
Dans: Ballet geïnspireerd op de barokdans in Frankrijk.
Beeldend: Historieschilderingen (De samenzwering van Claudius Civilis); De Kunst van het Kijken (boek van Svetlana Alpers), zeegezichten, stadsgezichten (Gezicht op Delft van Vermeer), landschappen, portretten, groepsportretten (De Nachtwacht), genrestukken (Melkmeisje van Vermeer), stillevens,interieurs. Selectief realisme - de werkelijkheid wordt gedetailleerd maar samengesteld weergegeven met het oog op de symboliek.
Theater: Klassiek drama (eenheid van tijd, plaats en handeling): een doorlopend ernstig en uiterlijk statisch karakter.
Architectuur: Hollands Classicisme: Stadhuis op de Dam in Amsterdam; Mauritshuis Den Haag; Schouwburg van Van Campen.
Analyse van een schilderij op kenmerken Noordelijke Barok
Noordelijke Barok
→Als een reactie op de zeer uitbundige en versierende stijl van de zuidelijke Barok van de Contrareformatie ontstond er in Nederland een soberdere, meer op de klassieke kunst geïnspireerde vorm van Barokkunst. Daaronder werd zowel de kunst uit de Griekse en Romeinse Oudheid verstaan als de kunst uit de Renaissance, bijvoorbeeld van Rafaël. Deze kunst is helder van stijl, en streeft naar harmonie en evenwicht dat gebaseerd is op toepassing van stijlregels ( eerder rationeel dus). Het is dus een enigszins aangepaste barokstijl (soberder/strenger) die je in Nederland in de Gouden Eeuw ziet.
Kenmerken:
→ Sterke mate van (selectief) realisme in de wijze van schilderen.
→ Grote aandacht voor het stofuitdrukking.
→ Een bepaalde mate van ingetogenheid, soberheid en intimiteit in de wijze van afbeelden.
→ De aanwezigheid van symbolen in de schilderijen en de vaak sterk moraliserende toon van veel schilderijen.
→ Grote aandacht voor licht/lichtval die soms met bijna wetenschappelijke precisie weergegeven wordt.
→ Vaak worden specifieke verwijzingen naar de stand van wetenschap en techniek uit de 17e eeuw weergegeven in de schilderijen: bijvoorbeeld landkaarten of wetenschappelijke instrumenten.
Meisje met de parel - Johannes Vermeer
Compositie vaak erg rustig en evenwichtig. Stofuitdrukking (hoe mooi de gezichten/ huid/stoffen weergegeven werd) was van groot belang. Kenmerkend voor dit werk is de studie naar het karakter van een persoon. Heel belangrijk in het Noordelijke Barok.
